Dagboek van mijn tante (deel 05)

Verslag van de hongerwinter in vergelijking met onze tijd

Nu in onze tijd

Driebergen-Rijsenburg, maandag 20 april 2020
Een afschuwelijk bericht in de krant van vandaag: “Haatzaaiers geven Joden de schuld van coronacrisis”. Ik heb het artikel vol ongeloof en afschuw gelezen. Het is werkelijk onvoorstelbaar dat er mensen zijn die Joden maar de schuld blijven geven van alles. Dit keer wordt door complotdenkers bedacht dat ‘zionisten met het virus niet-Joodse volken willen decimeren en de wereld onder controle krijgen.’ Het bericht besluit met: ‘De ironie wil dat een deel van de Joden in de wereld behoort tot de groepen die extra hard worden getroffen door het virus.’ Ik weet niet of dat ‘ironie’ is, maar erg naar is het allemaal wel. Toevallig heb ik het met een van mijn klassen over de Jodenvervolging in de Tweede Wereldoorlog. Toen ik ze dit bericht liet zien (digitaal) vielen ze bijna van hun stoel. Ze konden niet geloven dat 75 jaar na de Holocaust er mensen zijn die Joden wéér de schuld geven. Helaas. Het is waar. Onvoorstelbaar.

Bericht in de Volkskrant van 20 april 2020

De pagina uit het dagboek van 20 april 1945

Toen in die tijd

Oud-Loosdrecht. Woensdag, 20 april 1945
Loosdrecht heeft inkwartiering van Duitse troepen. Ze zitten overal. Bij de boeren, in de Openbare School, bij Ottenhome, wasserij de Gier, ‘t Plashuis, kortom het wemelt van de Duitsers. Vannacht zijn ze gekomen. Ik deed geen oog dicht, zo waren aan ‘t rijden langs de weg. Dan weer een stel paarden en karren, dan weer auto’s en geschreeuw af en toe. Er kwamen ook een stelletjeDuitsers te voet langs. Gisterenavond reed ik achter Meep van Schaik, die een fiets met goede banden heeft. Ik kwam een kar tegen met twee Duitsers op de fiets erachter. De ene reed op een oude rammelende kar met massieve banden. Even later hoorde ik gerammel achter me, keek om en zag de vent achter me aankomen. Ik aan ‘t spurten om ook Meep in te halen en hem te waarschuwen, want ik begreep wel, dat het om zijn fiets te doen was. Maar de mof riep en vóór ik bij Meep was keerde hij al om. Nou, Meep kon netjes z’n fiets afgeven, maar haalde z’n tassen er nog af en reed verder op het oude vehikel van de mof, een slechte ruil.
Spakenburg is vrij en vanmorgen hoorden we dat de Geallieerden in de buitenwijken van Amersfoort vechten. Overigens horen we geen nieuws.

Morgen mogen de schoolkinderen een brood halen van de Duitsers aan de Openbare School. Piet gaat er ook heen. Die lui eten er nog goed van. Brood met dik boter en spek, biscuits, enfin, van alles. Gisterenavond ving ik drie liter melk. Bij Janus Karsemeijer een liter, bij Davelaar een liter en bij Schoenmaker een liter. Van de melkboer kreeg moeder zowaar twee liter volle melk op een bon van Piet, die ze maanden geleden al had ingeleverd en verder van Schoenmaker twee liter, dus vanmorgen hadden we melkpap en vanavond weer. Straks ga ik weer de boer op. Het water is weer gestegen.

Vanavond reuze pech gehad. Geen litertje melk opgelopen. Janus Karsemeijer z’n land staat onder water en hij had geen melk voor me. Een paar andere boeren moesten melk leveren aan de geïnkwartierde soldaten Hier kwam ook een soldaat vragen of we een paar Duitsers konden hebben, maar we hebben het afgewimpeld. Vannacht of morgenochtend vroeg komen er namelijk nog meer. Dat zal vannacht weer een gerij worden langs de weg. De komende dagen zullen erg zuinig zijn met eten. Voor morgen en zondag hebben we nog een maaltje aardappelen en tot maandag nog tarwe en misschien voor de volgende week rogge, maar dan is alles ook totaal op. Enfin, wie dan leeft wie dan weer zorgt. Misschien zijn we dan bevrijd.


Stoomwasserij De Gier, begin 20e eeuw


De Openbare lagere school in Oud Loosdrecht en ernaast de schoolmeesterswoning jaren 20-30