Omdat we op dit moment in een vreemde situatie zitten vanwege een wereldwijde crisis door het Coronavirus wil ik de data die mijn tante beschrijft naast de data van vandaag de dag leggen. Het is natuurlijk geen vergelijken, maar meer een besef van: we zouden de bevrijding herdenken dit jaar en nu gebeurd dit allemaal… in wat voor wereld leven we toch?
Bep Scherpel op 18 jarige leeftijd
Mijn oom vroeg het me al op zijn sterfbed. “Doe iets met de dagboeken van je tante Bep, doe er iets mee. Ze heeft iets nagelaten. Je moet het echt gebruiken.” Dat was in de zomer van 2016. Ik wist dat mijn tante, die al eerder was overleden, dagboeken had bijgehouden in de oorlog. Tante Bep was de enige dochter van Kees Scherpel en Grietje Oosterhuis, mijn opa en oma van vaders kant. Kees en Grietje hadden vier kinderen: Kees, mijn vader, Klaas, Bep en Piet. Opa Scherpel had een bootbouwerij en jachtwerf aan de Loosdrechtse plassen. Een bootbouwerij die dit jaar 90 jaar bestaat overigens, want het bedrijf is in de familie gebleven...Tante Bep hield van schrijven. Ze heeft talloze journaals en vakantieverslagen geschreven.
Eigenlijk ben ik begonnen met schrijven door haar. Ik was tien jaar toen ik mijn eerste vakantieverslag schreef, bij mijn oom Adri en tante Bep aan boord van hun zeilschip. Na al die jaren liggen de dagboeken van mijn tante Bep nu in mijn boekenkast en ik ga daar nu iets mee doen heb ik besloten.
Ik wil u, de lezer, meenemen, en een kijkje gunnen in het dagboek dat mijn tante bijhield tijdens de Hongerwinter, nu 75 jaar geleden. Mijn tante was van 1926, dus een tiener in de oorlogsjaren.