Dagboek van mijn tante (deel 15)

Verslag van de hongerwinter in vergelijking met onze tijd

Nu in onze tijd

Driebergen-Rijsenburg, 16 augustus 2020
De kranten staan vol met herdenkingsartikelen en foto’s over het verloop van de oorlog in 1945 in het verre oosten. De twee atoombommen op Japan worden tot in de details beschreven, met alle verschrikkelijke beelden en gevolgen van dien. Ook zijn er veel verhalen van mensen die in voormalig Nederlands-Indie in Jappenkampen hebben gezeten. Het is nog altijd een zeer beladen onderwerp.

Het ziet ernaar uit dat het corona-virus weer oplaait. In Amsterdam en Rotterdam is het dragen van mondkapjes verplicht in bepaalde gebieden. Doordat het zo warm is en omdat veel Nederlanders in eigen land zijn gebleven zijn de stranden overvol en is de anderhalve meter vaak heel moeilijk vol te houden. Ook zijn er in juli toch last minute veel mensen wèl de grens overgegaan.
Wat was ik blij dat Denemarken op 27 juni liet weten de grenzen weer geopend te hebben voor toeristen. Gelukkig! Zo konden we in juli toch twee weekjes naar ons favoriete vakantieland. Het land waar we al 23 jaar naar toe gaan om lekker uit te rusten. Toen we er waren liepen de cijfers over de besmettingen in Europa weer langzaam maar zeker op helaas. Het lijkt erop dat het virus nu vooral jonge mensen aandoet. De ziekenhuisopnames blijven achter: jonge mensen blijken er toch minder ziek van te worden?


Kees, op de steiger met Canadezen die bivakeren op de haven.

Vandaag op mijn werk op Bartiméus zoveel mogelijk deuren en ramen dichtgehouden om de hitte wat tegen te gan. Dringt de vraag zich op: is het ventilatiesysteem wel okee? Er zijn nu weer verhalen dat corona zich, in verpleeghuizen, heeft verspreid door middel van een bepaald soort ventilatiesysteem. Ik moet er van uitgaan dat ons systeem in orde is, anders is het gewoon niet te doen. Het is fijn dat de bewoners weer bezoek mogen ontvangen, dat de dagactiviteiten buiten de groep weer zijn opgestart en...dat ze ook weer naar huis mogen. Natuurlijk wel met inachtneming van de regels: checken bij terugkomst op verschijnselen en temperatuur enzovoort.
Ik ben heel benieuwd hoe het dit najaar zal gaan. Tante Bep pakte in de zomer van 1945 de draad weer op en keek vol vertrouwen naar de toekomst. Voor nu misschien ook het beste om te doen.

Bep Scherpel en Annet Werkhoven-Scherpel

Ingezonden brief van meneer Hoek aan de jeugd

Toen in die tijd

Donderdag, 16 augustus 1945 Oud-Loosdrecht. 
Het heeft lang geduurd voordat ik weer wat schreef, maar deze dag is een zeer belangrijke. Japan heeft namelijk gecapituleerd. Er wordt vandaag nog geen feest gevierd. Wel vlagt het hele dorp. Hilversum heeft al buurtfeesten gehad. 29, 30 en 31 augustus zijn er bevrijdingsfeesten voor ‘t Centrum (Hilversum) en 30 en 31 augustus voor Loosdrecht.


Artikel over de vernietiging van Hiroshima en Nagasaki.


Canadezen in kamp Korversbos, Hilversum.

Loosdrecht is ontspanningscentrum voor Canadezen. Hier op ons terrein staan drie grote Canadese tenten. We krijgen erg veel van de Canadezen, o.a. cigaretten het meest. In ruil daarvoor stelt Vader huurboten beschikbaar. Het eten is weer oké. 2800 gr. brood per week, we krijgen weer boter, vet en vlees in ‘t blik. Vers vlees is nog niet te krijgen. Echte thee krijgen we van de Canadezen. We krijgen ook erg veel biscuit (allerlei soorten) toegewezen en als de bonnen uit zijn iedere week, zie je velen met grote tassen en kussenslopen om de biscuit in te doen. De plak chocola die we iedere week krijgen is een ware lekkernij, die ik meestal achter elkaar opeet.
Kees en ik zijn verleden week naar de Westeinder Plassen geweest voor nationale zeilwedstrijden. Nick (een Canadees) gaf ons van alles mee, o.a. corned beef, chopped ham, meat and vegetables, blikjes melk, brood en cigaretten.
Ik heb een poosje bij de Distributiedienst geholpen met de verdeling van voedselpakketten en tabakskaarten. Nu ben ik weer in dienst bij de Politieke Opsporingsdienst te Loosdrecht en tik proces-verbalen. Ik heb het er erg genoegelijk, ruil vaak cigaretten voor chocola en wordt gehaald en gebracht op de motorfiets.
Er wordt veel gedanst bij ‘De Otter’ en het ‘Plashuis’ en ook ik zet m’n beste beentje voor. We hebben na vijf jaar oolog en zo’n winter wel wat plezier verdiend.

Zo eindigt het dagboek van mijn tante over de oorlog. Ze heeft nog veel meer dagboeken geschreven gelukkig! Daar ben ik blij om, want is het niet zo dat: ‘wie schrijft die blijft’?


Een interview met voormalig gedetineerden van een Jappenkamp